
Een tijdje geleden kwam ik op Instagram een post tegen (over een boek van Antoine Bodar vermoed ik) waar een deel van het volgende citaat uit komt:
“Een briefwisseling is een merkwaardig fenomeen, als je erop terugkijkt […]. In de loop van een echte briefwisseling, een wezenlijke uitwisseling van gedachten en gevoelens, verander je […] als betrokkene. De manier waarop je naar het leven kijkt verandert, naar de medemens, naar jezelf. Die verandering kan soms zo fundamenteel zijn dat je je soms moeilijk kunt voorstellen hoe je leven geweest zou zijn als die briefwisseling nooit tot stand was gekomen.”
Het deed me gelijk denken aan het boek “…En ik hoop nog vele brieven” van Robin van ’t Haar en Timon de Jong. Met dank aan uitgeverij Palmslag kon ik een recensie-exemplaar aanvragen en dit prachtige boek lezen in ruil voor een eerlijke recensie. Begonnen als een briefwisseling tussen twee studenten, en afgesloten als vaders en echtgenoten: een leven verder eigenlijk. Het citaat deed me afvragen of dit voor hen zo ook is geweest: de invloed van de vriendschap op je zienswijzes, de manier waarop je naar – inderdaad – het leven kijkt. Zelf heb ik een aantal jaren brieven geschreven met Zsofi, een Hongaarse waar ik in 4 havo (2001-2002) een uitwisseling mee gedaan heb. Af en toe vraag ik me wel eens af hoe het met haar zou gaan nu.
Robin en Timon echter hebben elkaar uiteindelijk gedurende een bijzonder lange periode (1996 – 2019) brieven geschreven. Er wordt over alledaagse dingen geschreven – zoals boodschappen doen bij de Albert Heijn, waar de glimlach van het kassameisje gewaardeerd wordt, of verderop in het boek de voetbalwedstrijden van de kinderen. Maar ook het leed wordt gedeeld. Het sms’je dat Robin stuurt naar Timon waarin hij vertelt dat deze nóg een vriend heeft met een hersentumor – wat een surrealistisch moment moet dat voor hen beiden geweest zijn. Dat was voor mij ook echt wel een brok in je keel, en een traan in je ogen: slikken, doorlezen.
In het begin was het nog even wennen aan de stijl (zullen we zeggen dat die ietwat studentikoos is, niet heel verwonderlijk op zich maar toch) maar daarna werd ik oprecht het boek, en het leven van de schrijvers, in getrokken. Het intermezzo dat Timon bijvoorbeeld schrijft om de periode te overbruggen waarin ze elkaar geen brieven/mails schrijven vond ik bijzonder mooi.
Het doet je even stilstaan bij de waarde van vriendschap, en die waarde ook bij de ander te benoemen. En om de recensie af te sluiten: de laatste zin die Robin schrijft vind ik nog steeds bijzonder indrukwekkend. Oef…